vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Je slaapt
Je slaapt de slaap der gelukzaligen
De rimpels van je rondingen rollen over je buik het donsveren kussen waar ik mijn hoofd in duik
Warme borsten bedekken mijn oren tot alle geluid verdwenen is en ik weg zink in de diepe voren van je plooien
Uit je mond wauwelen zachte geluidjes in elfentaal
Feil ozej beh jeilejbeh
Ik heb Tolkin gelezen en versta het Elfs
Potein uoh teh laahreh
Je lippen kalligrafisch fijn gebogen pruttelen spuugbolletjes microscopische dauwdruppels rond mijn ogen
Van zalig geluk hoor ik mezelf grommen
Diep in je buik brommen je darmen
Mijn elfje slaapt nu als een fee
In elfendroomtaal slaap ik mee
Reacties op ‘Je slaapt’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!