vorige gedicht
vorige gedicht
Het oordeel
Mij dreigt nu de doem van de duistere dood
en het graf, dat nu wacht op mijn sterven.
Dan eindigt misschien mijn uiterste nood,
en gaan duizenden dromen aan scherven.
Vergeef me dan God in dat vreselijk uur
mijn verraad aan Uw liefde; het duivelse vuur;
de daden van wraak, die U altijd zo noemde,
terwijl ik moest zwerven, van leven....tot sterven.
Ik vrees nu de hel en de straf der verdoemden,
maar heimelijk hoop ik Uw hemel te erven,
zodat ik behoren mag tot de verzoenden,
die wedergeboren Uw liefde verwerven.
Reacties op ‘Het oordeel’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!