niet huilen maar lachen

ik ruik de geur van lente
en ik denk meteen aan jou.
ik krijg je maar niet uit mijn hoofd
jou vuurtje daar nog niet gedoofd.

ik zie een zonsondergang aan het strand,
met kleurtjes geel, rood en oranje.
ik denk dan weer aan jou.
ik denk dat 'k nog altijd van je hou.

ik voel een aangename warmte,
niet te koud of niet te warm.
dan denk ik weer aan jou.
bij jou had ik het nooit kou.

maar ik huil niet omdat het voorbij is,
maar lach, omdat het zo mooi was.