vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Het water.
Ik zit aan de waterkant en kijk in het water.
Ik zie mezelf.
Ik gooi een steentje in het water.
Er komen kringen in het water.
Zo ver… tot aan de horizon.
Totdat de kringen verdwijnen.
Het steentje zakt naar de bodem van het meer.
Nu zie ik hem niet meer.
Het steentje en de kringen verdwijnen allebei.
Net als het leven.
Het lichaam blijft.
De ziel niet meer.
Reacties op ‘Het water.’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!