Winter
Tot kinderen hun groot jolijt
dwarrelen sneeuwvlokken weer vrolijk neer op een zacht wit tapijt.
De winter is weer in 't land.
De ijzel lacht in z'n vuistje en zet alle auto's aan de kant.
Volwassenen zeuren dat het niet wil dooien
terwijl de kleinsten onder ons met veel plezier sneeuwballen gooien.
Het vriest dat het kraakt.
De barre weersomstandigheden zorgen ervoor dat alles vastgeraakt.
Mensen vloeken en zeuren.
Niets kan hen opbeuren.
Noch de gezellige warmte binnen
Noch de dikke sjaals tegen hun ijskoude kinnen.
Klagen en zagen
over dikke ijslagen.
Gelukkig zijn er nog de kinderen
die zich nooit door het weer laten hinderen.
Lachend maken ze een grote sneeuwman
en maken er één groot sneeuwfeest van!
Reacties op ‘Winter’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!