vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Het Gouden Raadsel
Aan de Grote Sterrenhemel schijnt zij, de Tijgerin.
Haar ogen weerspiegelen het Oog van de Maan.
Haar haren schijnen goud in het sterrenlicht.
Zij is geboren in een bamboestok,
en is opgevoed in de armen van een oude vrouw
Huilster van de Diamanten Tranen,
reikend naar de Volle Maan.
Eens zo klein, nu zo groot, lang en mooi.
Ze zal alles verbinden,
tot haar allerlaatste adem op haar geërfde maantroon
Reacties op ‘Het Gouden Raadsel’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!