Letje Annebetje Bot
Letje Annabetje Bot woonde in een suikerpot, in een suikerpot met oren en wat bloemetjes van voren.
Zachtjes zei ze : Wat ben ik met dit huisje in mijn schik!
Maar de buren vonden 't gek en stonden voor het hek en toen kreeg je dit gesprek.
Woon je nou niet veel te klein?
Nee, ik zit hier reuzefijn!
Als het vriest wat doe je dan?
Dan trek ik twintig jassen aan!
Maar bij wind en regenweer?
Dan laat ik de deksel neer!
En waar doe je de was?
Voor mijn huisje in het gras!
Zeg, je hebt niet eens een bel!
Mijn bezoekers kloppen wel!
En dat vroeg en vroeg maar toen, Letje werd die mensen moe.
Ze gaf niemand antwoord meer en hing een bordje neer: Hoe ik woon, dat zijn mijn zaken niemand heeft daar mee te maken!
Ook al zat ik in een slof, in een kolenkit vol stof, in een sok, in een droge sloot, in een halve kokosnoot, in het nachthok van de haan.
Wat gaat een ander dat aan?
Toen deed ze met een kwaad gezicht één twee peng! De deksel dicht.
Niet zo erg beleefd, denk ik.
Maar..... Ze had gelijk!
Reacties op ‘Letje Annebetje Bot’
-
Wat fijn dat dicht gedicht is ingezonden. Alleen het einde klopt volgens mij niet helemaal. Ik denk dat het moet zijn: Niet zo erg beleefd, dunkt mij, Maar ze had gelijk, wat jij?
Mila - 04-08-2023 om 10:26