Als klein kind
Als klein kind
Kun je zo vreselijk veel wegstoppen
En door mensen uitgescholden, geschopt, gemept
Werd mij het zwijgen opgelegd
Durfde niet meer te praten, durfde
Geen enkel woord meer te fluisteren, durfde
Naar niemand meer te luisteren
Durfde niet eens naar buiten te kijken
Hadden ze dan geen gevoel
Gewoon keihard
Werd mij het zwijgen opgelegd
De toegang tot een eigen leven
Was me helemaal ontzegd
En nee, ik durfde niet te vragen
Want iedereen vond dat ik alles alleen moest kunnen dragen
En nu?
-Ik kan niet eens vertrouwen
Accepteer geen handen in de buurt van mijn hoofd
Gooi m’n hoofd opzij en denk:
-Laat me los, laat me vrij
Ik heette vroeger zigeunermeisje
Omdat ik zoveel huilde
Ik had verdriet
Maar niemand zag door al die tranen
Het echte lijden- ze begrepen het niet
Juffen en meesters
Ze zeiden dat alles wat ik erover zei op de basisschool
Dat het gelogen was dat het om aandacht voor iets anders ging
Wat jammer dat jullie me nooit echt hebben begrepen
Als je me wel geloofde had je nu wel anders naar me gekeken
In ieders ogen ben ik zwak- een en al kwetsbaarheid
Zo moet ik mezelf altijd maar bewijzen dat ik zo niet ben
Ik kan het best, geef me alleen wat tijd
Vergeet mijn verleden, en ken me zoals nu
Ken me als een mens, niet als het prooischaapje van vroeger
Ken me zoals ik ben, Jezus’ kind, een mens, dat Jezus ook bemind
Ken me als ik nu ben, met mijn grappen, en mijn zijn
En bedenk vanbinnen: dat ik nooit anders heb willen zijn
Ik ben zoals ik ben en accepteer me nu maar gewoon
Dit is mijn karakter en dit is mijn gezicht
Het is misschien heel moeilijk maar dit kun je ook gewoon leren
Ieder mens heeft plichten en één daarvan te accepteren
Reacties op ‘Als klein kind’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!