Moeder en dochter

Alleen met een vriendin,
Op vakantie met heel veel zin.
Afscheid nemen en zwaaien,
Het weekje zou zo overwaaien.

Ik moest me geen zorgen maken,
Jij regelde je eigen zaken.
Want oud en wijs genoeg,
Was 16 toch te vroeg.

We namen afscheid,
Jij voelde je bevrijd,
Een weekje alleen,
Met een vriendin om je heen.

Maar een paar uur later,
Viel alles in het water.
Je was nooit gekomen,
Op de vakantie van je dromen.

Gillende sirenes overal,
Als jij maar bij mij terugkeren zal.
Maar toen die vreselijke woorden,
Die jouw lot toebehoorden.

Jouw leven is je afgenomen,
En je had nog zoveel dromen.
Nooit meer zullen ze uitkomen,
Alles is jou te vroeg afgenomen.

Jij zou nooit meer kunnen voelen,
Wat we met moederliefde bedoelen.
Want lieve meid, die is zo groot,
En verdwijnt niet door de dood.