Wat betreft liegen

Ik denk dat men omwille van het jong zijn
een kleine of grote leugen niet schuwt.
Dat men om de lopende problemen op te lossen
de waarheid even ter zijde duwt.

Maar hoe vrij maakt me de waarheid nu
Ongedwongen zeggen en doen
Nooit meer bedriegen of liegen tegen u
En zeker niet omwille van ’t fatsoen.

Maar omwille van, dat het niet meer moet.
Dat jij me neemt gelijk ik ben.
Wat smaakt de waarheid nu honingzoet
Nu ik de zoute leugen niet meer ken.

Alles wat in ’t verleden zo zwaar woog
wordt nu met een mantel bedekt
Want jij draagt het vaandel Liefde hoog
En hebt mij daar vaak mee toegedekt.

Voor mekaar hebben we nooit nog iets verstopt
Vrij en naakt elkander aangekeken.
Ontdekt dat wij ons tot mensen hebben ontpopt
En ons nooit meer, met anderen vergeleken.