vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Rit op de arrenslee
Ik zag eens de Kerstman vliegen,
Met zijn rendieren en zijn slee,
Toen hij opeens stopte,
En we propte en we propte,
Want ik wilde mee.
We vlogen over weilanden, maar ook over huizen,
Hij gaf iedereen cadeaus, zelfs de kleine muizen.
De cadeaus waren geleverd,
Hij bracht me netjes thuis,
Hij gaf mij ook een cadeautje,
Het was een mooi bootje.
Dit was me toch eens een kerst,
Je moest eens weten,
K ’heb thuis ook nog eens een driegangen maal gegeten.
Mijn vader kreeg van de Kerstman een kaarsendover,
Maar voor zichzelf hield hij geen enkel pakje over.
Reacties op ‘Rit op de arrenslee’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!