Seizoenen

Door de regen loopt ze,
De druppels hangen aan het puntje van de bladeren
1 sec dan vallen ze naar beneden.
Door de zon glinsteren ze
1 sec een lichtje voordat ze op de bodem vallen.
Het meisje kijkt naar boven,
Een regenboog hangt boven haar uit.
Dit is de herfst.

Ze loopt verder.
Een koude wind waait om haar heen.
Rillingen over haar rug.
Kippenvel.
De regendruppels vallen nog steeds naar beneden,
Maar voordat ze het meisje raken, veranderden ze in sneeuw,
De bladeren die nog zo rood waren vallen ook naar beneden,
Maar ook deze, voordat deze de grond raken, zijn ze bruin en dood, en vallen ze uitelkaar.
De sneeuw kan ze bedekken
Dit is de winter.

Het meisje loopt langs de bomen en struiken
De sneeuw voelt koud aan op haar blote armen,
Maar ze loopt door, op het geluid af,
Een geluid van fluitende vogels.
De laatste vlokken sneeuw valt op de grond
Dan voelt ze de warmte,
De warmte van de zon,
Ze blaast haar warme lucht naar buiten, waardoor een wolkje ontstaat,
De druppels van de ijspegels vallen vanuit de bomen,
Vogels fluiten
De zon schijnt
En de dieren leven
Dit is de lente

Dan breekt de zon door, door de grijze en donkere lucht
De lucht wordt blauw en al het koude verdwijnt.
Vlinders en andere insecten vliegen langs het meisje heen
De vogels fluiten een vrolijk deuntje
Bloemen groeien om haar heen.
Hoort het gezoem van de bijen
Het meisje lacht
Ze danst met iedereen mee
Dit is waar ze van houdt
Dit is de zomer

Een seizoen waar ze gelukkig van kan worden.