vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Inbreker gezocht
De klok heeft twaalf keer geslagen,
Het is midden in de nacht.
Nu lijkt alles te vertragen,
Het heeft je in de macht.
De moeheid heeft je verslagen,
Je ogen krijgen te weinig kracht.
Aan de andere kant van het huis,
Heeft er iemand geluk.
Hij sluipt binnen zonder enig geruis,
Zijn geluk kan niet meer stuk.
Gauw naar boven sluipen,
Om alles wat waarde heeft mee te pakken.
Om stiekem naar het volgende huis te kruipen,
Om genoeg spul voor veel geld in de zakken.
De inbreker weet wat hij niet wat hij moet doen,
Iemand roept de politie erbij.
Snel weg met alle poen,
Zijn criminele dagen zijn voorgoed voorbij.
Reacties op ‘Inbreker gezocht’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!