de eerste wereldoorlog 1

in vlaanderenvelden bloeien de klaprozen tussen de kruisen,rij aan rij,
die onze plek aangeven ;en in de lucht
vliegen leeuweriken,nog steeds dapper zingend,
ook al hoor je ze nauwelijks in het kanongebulder,
aan de grond
wij zijn de doden.enkele dagen geleden
leefden we nog,voelden de dauw,zagen de zon
ondergaan
beminden en werden bemind en nu liggen we in vlanders velden.
neem ons gevecht met de vijand weer op:
tot u gooien wij,met falend hand,
de toorts;aan u om haar hoog te houden.
als je breekt met ons die sterven
zullen wij niet slapen,ook al bloeien de klaprozen
in vlanders velden



xilona