wie?

wie?
Wie snapt mij?
Mijn gedachten tollen rond,
Maar de woorden komen niet uit mn mond.
Ik ben stil van buiten,
Maar ik schreeuw van binnen.
Woede angst verdriet en vreugde,
Was dit de tijd waar ik op verheugde?
Nee, dat was het niet,
Alleen dat zag ik als kind niet.
Als kind wou ik alleen maar weg,
Weg van het gepest weg over de heg.
Ik weet nu dat het niet zo is,
Ik wil gewoon weer naar mn kleutertijd die ik mis.