vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
de kleurrijke wereld
De zon was heel helder,
Hij was helemaal geel.
Er lag wijnrode wijn in de kelder,
Het leek op een kasteel.
In het kasteel woonden mensen,
Die mensen waren grijs.
Ze hadden heel veel wensen,
Ze wilden naar Parijs.
Er waren blauwe luchten,
En ik was eenzaam en alleen.
Ik probeerde te vluchten,
Tot ik struikelden over een steen.
Opeens zag ik oranje licht,
En de hemel ging open.
Toen ging hij opeens weer dicht,
Ik kon het niet geloven.
Ik loop naast een groene boot,
Over de zwarte weg.
Ik val plots in de sloot.
Oh wat een pech.
Reacties op ‘de kleurrijke wereld’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!