De Haas en de jager.
‘Mijn naam is Haas’, zei de haas
‘als ik voor de jacht de aftocht blaas
want daarvoor ben ik terecht beroemd’
en nam het pad naar hem vernoemd,
hij sprong over sloten en over waterlopen
liet zich door geen obstakel hinderen
scheurde dwars over slagen en kopen
en dacht nergens ‘aan onze kinderen’
rende door bossen over weidse vlakten voort
nooit van plan zijn vaart te minderen
vloog door menig onherbergzaam oord
scheerde langs bergen, toppen en ravijnen
nam hele continenten van zuid naar noord
met kokende en diepgevroren woestenijen
doorkliefde zeeën en stille oceanen
raasde over het gepikte land van de indianen
dook weer door een hele grote plas
hopend dat hij bijna uit de gevaren zone was.
Eindelijk daar doemde een veilig werelddeel
maar van overdrijven kom je vaak terug
want daar werd één hindernis hem te veel
hij keek om en BOEM ….precies de jager in de rug.
Guido van Geel
Reacties op ‘De Haas en de jager.’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!