1001 Gedichten

1001 gedichten

Zet ook uw gedichten op 1001Gedichten.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Korte verhalen check: een nieuw begin

datum 08-09-13 17:09
startpost
sharingan
avatar Berichten: 45
ik durf het jullie bijna niet aan te doen, maar dit verhaal hoort niet in 2 delen verteld te worden. dus zijn dit 7 pagina's. ik heb het geschreven voor mijn vriendinnen van mijn havo school als afscheid omdat ik naar mbo ging. het verhaal is fictief maar de namen zijn echt. veel plezier

Mijn lichaam drijft als een dood lijk over de tot rust gekomen rivier. Het doet me goed eindelijk weer rust te hebben gevonden. De inkt word vaag en lijk een giftige olievlek op mijn huid. Mijn verleden stond op mijn arm. En zo wast deze rivier vol giftig afval alles wat ik had alle lasten alle zorgen van mijn lichaam en geest. Ik hou mijn ogen gesloten en vertoon een vredige indruk. Het water glijd over me heen als een warme beschermende deken. Ik verbeeld me dat ik in een cocon zit als een rups die zich klaar maakt een vlinder te worden.
Ik zeg tegen mezelf dat ik dat ook ga worden. Ik zal me ontpoppen in een nieuw leven. Een nieuwe start en een nieuwe kans. Ik raak in een roes. En kan de werkelijkheid niet meer onderscheiden van de dromen wereld. Het water schroeit de dode huidcellen van mijn huid en laat de nieuwe schone huid zichtbaar worden. Het bloed onder mijn nagels word weg gewassen. Het stof van mijn verleden op mijn voorhoofd, en het zweet van het harde werk verdwijnt door de golven.

ik open mijn ogen. Volgens mijn hoofd zit ik op een boot. Alles draait en kolkt om me heen. Ik heb het gevoel dat ik heen en weer beweeg. Ik kreun, misschien ben ik wel zee ziek. Een misselijk gevoel overspoelt me. Als ik een kleine poging doe overeind te komen, door eert op mijn zij te gaan liggen merk ik dat ik van top tot teen doorweekt ben. mijn broek die al strak was plakt aan mijn benen. Mijn shirt zit in kreukels strak om me heen geslagen. Lokken van mijn haren plakken aan mijn gezicht en maken met de krullen rare figuren op mijn wang.
Mijn arm..
Ik kijk instinctief naar de binnen kant van mijn linker arm. Waar ik enkel sporen aan tref van uit gewiste inkt. Ooit hebben er woorden gestaan die zinnen maakte. Maar nu is er enkel nog een vlek over met hier en daar wat vage strepen. Ik zet mijn elle bogen in het gras en kom iets overeind. Een hand glijdt onder mijn rug en helpt me overeind. ik kijk om hoog. Het valt me nu pas op dat een deel van de zon word tegen gehouden door een schaduw. Een vrouw helpt me overeind. tot ik naast haar sta. Ze is van middelbare lengte en haar grote ogen stralen levens lust uit. Toch spreekt haar gezichtsuitdrukking boek delen. Ze kijkt bezorgd.
‘alles goed.’ begint ze twijfelend. Gezien de omstandigheden voel ik me prima. Denk ik. Ik ga in volle lengte staan en voel een steek in mijn zij. Ik klap weer voor over en druk mijn handpalmen tegen mijn zij. ‘ahh’ kreun ik. Ze steekt haar andere arm uit om mijn in dien mogelijk op te vangen. Maar ik val niet voorover. ‘je bloed!’ haar stem schiet meteen de hoogte in.
‘mama?’ ik kijk langs de vrouw en zie een klein meisje die aan de lange jas van de vrouw trekt. De vrouw doet haar jas uit en geeft deze aan mij. ‘niet nu kleintje’ de vrouw pakt haar telefoon uit haar tas en begint te bellen. Ik trek dankbaar haar jas aan. De ergste tocht houd de jas tegen. Dus de rillingen blijven weg. Ik hoor de vrouw praten met de eerste hulp dienst. En als ze ophangt verzekert ze me dat dat we naar het zieken huis gaan. Het is niet erg genoeg voor een ambulance dus ze zal me hoogst persoonlijk brengen. Met een schouder ondersteunt ze me terwijl we naar haar auto lopen.
Audi A3 …
Ik zit zelf achter het stuur en kijk via de spiegel naar de achterbank waar een klein kereltje met felle blauwe ogen naar me terug staart en lacht. Zijn armpjes en beentje gaan op en neer als hij uit alle vreugde ‘mama!’ gilt.
De herinnering vervaagt weer en ik stap in. Het kleine meisje stapt zelf in op haar kinderzitje en doet zelf haar gordel om waarna ze trots naar haar moeder kijkt. De vrouw forceert een vluchtige lach en stap ook in. De vrouw is iets groter dan ik. En heeft groene ogen. Haar steile bruine haar is naar achteren gebonden in een nette paardenstaart. Ze heeft volle wenkbrauwen die haar blik iets serieuzer maakt, de serieuze blik word teniet gedaan door de grote ogen die de onschuld zelf zijn. De jeugd springt er nog van af. toch schat ik de vrouw ergens eind twintig. Het meisje achterin heeft dezelfde grote groene ogen. Maar is iets getinter. Haar haar is zwart maar ook steil. Ze heeft dezelfde neus als haar moeder en kijk al even onschuldig. Een prachtig meisje zeg ik tegen mezelf. Ik schat het kind een jaar of vier.
In het ziekenhuis kunnen we in een keer door. Ik word op een bed gelegd. De vrouw houdt bemoedigend mijn hand vast en strijkt over mijn haar. Ze glimlacht lief naar me. ‘het komt wel goed’ fluistert ze me toe. Ze is een goede moeder constateer ik. Deze liefde zal dat lieve in nog vele mate meer ontvangen. Ik glimlach terug. De dokter vraagt me iets. Ik heb het wat later door en vraag hem zijn vraag te herhalen. ‘wat is uw naam?’ de man heeft grauwe ogen maar ondanks zijn overwerkte blik oogt hij vriendelijk en spontaan. Hij glimlacht lief naar me. Ik merk dat ik weer afgeleid ben en open mijn mond om antwoord te geven. Mijn hand begint te trillen en mijn hartslag is binnen nutteloze secondes drie keer zo snel gaan kloppen. Mijn lip trilt en mijn ogen flitsen van de vrouw naar de dokter, naar het kleine meisje achter de jas van de vrouw. Iets vochtigs prikkelt in mijn oog hoeken. ‘ik..’ hoor ik mezelf stamelen. ‘ik.. ik..’ alsof mijn keel word dicht geknepen. Ik hap naar lucht. Ik voel me net een vis. De vrouw knijpt bemoedigend in mijn hand. Ik kijk er even naar.
Arm..
Het woord schiet door mijn gedachte. Ik hef mijn linker arm en draai de binnen kant naar boven. Niks behalve een zwarte inktvlek en wat strepen. ‘ik..’ stamel ik weer. Paniekerig nu. Ik ruk mijn andere hand los uit de greep van de vrouw en begin te wrijven over mijn linker arm. ‘ik..’ zeg ik nu met stem verheffing. Ik wrijf nog een en begin dan te krabben. ‘nee! Nee! Nee!’ gil ik. Rode grassen blijven achter. De dokter schiet me te hulp en voor ik nog meer schade kan aanrichten heeft hij mee in een één of andere judo houding. Ik kan me niet mee beweging. ‘rustig’ zegt hij zo kalm dat ik er bijna bang van word. Nu het besef tot me door dringt dat ik mijn eigen identiteit vergeten ben speur ik mijn geheugen af opzoek naar enig herinneringen. Maar het lijkt of alles weg is. Mijn ademhaling is snel en gejaagd. Mijn ogen schieten heel snel heen en weer. Mijn hersenen kunnen de beelden niet meer bij houden. Hier en daar laat ik een geërgerde kreun horen terwijl ik telkens mis grijp naar een herinnering.
De dokter houd me even zo vast maar laat me uiteindelijk gaan als mijn ademhaling weer redelijk normaal is. Nu stromen de tranen over mijn wangen. ‘het spijt me’ stamel ik. De vrouw is niet meer in de kamer. Ik zie haar met haar dochtertje in de gang zitten en een mok warme chocolade melk.
De mok is me bijna te warm om vast te houden toch weiger ik los te laten. Een klein donker meisje met zwarte kleine vlechtjes in haar krullende haar gevlochten kom naast me op de grote kussens bij de verwarming zitten. Hier en daar licht nog wat sneeuw. Ze lacht naar meen wijst naar mijn gezicht. Ik haal de rug van mijn hand over mijn mond en veeg schuim van mijn lippen. Daarna ga ik er nog even met mijn tong langs de zoete room. Ik waag het erop nog een slokje te nemen en verbrand mijn tong. Ik vloek. En het meisje naast me zegt ‘ohh!’ en wijst beschuldigend naar me. ‘mam, …’
De rest versta ik niet meer. De herinnering vliegt ook zo weer weg. Ik merk dat ik moeite heb de herinnering vast te houden. De dokter kijkt me bezorgd aan en vraagt wat er is. Ik leg hem uit dat ik net een soort herinnering had. hij loopt even weg en komt terug met een leeg vel papier en een pen. Schrijf op. zegt hij. ik doe wat hij vraagt. Terwijl ik daar mee bezig ben verlaat hij mijn kamer om met zijn collega’s te overleggen. De vrouw komt weer binnen met een dampende kop thee. Ze komt naast me op bed zitten. ‘we zijn na dit alles helemaal vergeten dat je gewond bent’ zegt ze met een knipoog. Ze trekt mijn inmiddels droge shirt wat omhoog en bekijkt de wond die redelijk netjes lijkt. ‘niet al te diep lijkt me’ zegt ze. Ik ben klaar met op schrijven. En de grootste schrik is er ook vanaf. De vrouw toont begrip en een meelevende blik. De dokter komt mijn wond verzorgen en verzekert me dat met rust dit prima over gaat. Hij maakt ook mijn arm schoon van alle inkt.
‘Heb jij jezelf gesneden?’ vraagt hij me. Ik kijk hem vragend aan. Hij verklaard zich nader en ik kan niet anders dan mijn schouders op halen. Hij wijst me op de vele littekens op mijn arm. En legt mijn rechter arm er naast die vrijwel geen enkele kras vertoont. ‘je bent rechts handig’ zegt hij luchtig. Ik knik enkel. De dokter begint uit te leggen dat ik aan geheugenverlies lijdt. Iets wat ik zelf ook wel had kunnen constateren. Hij zegt dat het niet heel ernstig is want ik gedraag me nog wel als een volwassen vrouw. Hij legt ook uit dat ze met een MRI scan gaan kijken of ik ook een beschadiging aan mijn hersenen heb. Er komt ook politie langs om met me te praten, vingerafdrukken van me te verzamelen en foto’s te maken om achter mijn identiteit te komen.
Zelf vind ik het allemaal wel best. De vrouw komt nog even mijn kamer binnen. ‘je blijft hier vannacht zodat ze je in de gaten kunnen houden. Ik heb met ze over legt je gaat sowieso niet eerder dan overmorgen weg. Je moet wat testen ondergaan. Ik beloof overmorgen ook nog even langs te komen om te kijken hoe het met je gaat. goed?’ haar aanbod doet me goed. Ik ben al lang blij dat ze nu niet meteen uit mijn leven zal verdwijnen. Zo heb ik in ieder geval iemand die ik als bekende mag beschouwen. Het gevoel van vertrouwen is volledig aanwezig als ik naar deze vrouw kijk. Dus ben zeer blij met haar geweldige aanbod. De vrouw steekt haar hand naar me uit. Ik kijk eerst even verdwaasd naar haar hand voor ik het snap. Ik steek ook mijn hand naar haar uit en schud haar de hand ‘Mieke,’ zegt ze. ‘aangenaam je te ontmoeten’ ik glimlach. Het meisje komt voorzichtig dichter bij. ‘ik ben Julia’ dan kruipt ze verlegen achter haar moeder. ‘wij gaan nu’ ik knik. Ik geef haar groot gelijk. ‘hou je sterk, tot overmorgen’
Na nog wat gezwaai is Mieke en haar dochter toch echt weg. Ik blijf alleen achter. Maar rust is me niet gegund. Ik word van de ene kamer naar de andere kamer geslingerd. Dokter Rees heeft me verteld dat Mieke hem alles heeft verteld wat zij weet. Al was dat ook niet echt veel. Mieke heeft ook al met politie gesproken. Tijdens mijn ondervraging verzekerde de agent me dat ze al bezig zijn de rivier af te zoeken opzoek naar enig spoor van mijn identiteit. Het klinkt voor mij als vergooide tijd. Een stem in mijn hoofd zegt me dat ze het nooit zullen vinden.
Tijdens mijn testen, word ik steeds geholpen door een groep aan mensen. Dokter Rees is niet meer telkens aanwezig. Zijn kunde is elders nodig. Ik krijg een persoonlijke zuster toegewezen. Of dit gebruikelijk is weet ik niet. Wat ik wel weet is dat ze me geen betere zuster hadden kunnen geven. Het is een geweldige lieve vrouw. En een echte kletskous. Zuster Isabelle, helpt me mentaal door de testen. Ze moedigt me aan en legt in duidelijke, simpele taal uit voor elke test wat er met me gaat gebeuren en waarom. Ik moet haar vertellen wat ik weet van de topografie. En als ik begin met ‘sorry maar topo is niet mijn beste vak’ is juist heel blij dat ik weet dat ik er niet goed in ben.
De testen van de MRI scan blijven nog even uit. Daar word door experts naar gekeken. Het kan me eigenlijk niet schelen. Zolang zuster Isabelle maar bij me in de buurt blijft om me op te vrolijken. ik ben me na al die onzekerheden nu ook weer bewust geworden van tijd. Ik weet nu dat het woensdag is. En ik kan weer klok lezen. Iets wat me even ontglipt was. Maar met behulp van de simpele uit leg van zuster Isabelle gaat dat nu prima. Nu ik het me bedenk. Een van de eerste dingen die zuster Isabelle tegen me zei was, ‘noem me maar Isa, klinkt veel leuker.’
Het is half zes en ze zijn eindelijk klaar met me. De meeste uitslagen krijg ik morgen pas. Isa is ook naar huis. naar haar gezin. Tijdens mijn testen heeft ze me verteld over haar kleine meisje van twee. onder grote ergernis van haar collega’s. ik hoorde ze praten dat Isa na al die jaren van waarschuwingen nog steeds haar eigen gang gaat en een close band op bouwt met haar patiënten. En dat het haar eigen schuld is als er bijna kapot aan gaat als een van haar patiënten sterft. Grote onzin vind ik zelf. Als ze het mij vragen kunnen al die andere zusters een groot voorbeeld aan Isa nemen.
Ik heb een kamer voor mijn eigen gekregen. en weet niet wat ik moet. Ik besluit de tv aan te zetten. Een keuze waar ik lang over gepiekerd heb. Bang dat ik een enge waarheid over mezelf zou ontdekken. Wie weet was ik vroeger wel een crimineel, een moordenaar. Maar als ik dat ben, was dat zou ik nu toch ook zo koel bloedig en onverschillig zijn. En als er iets is wat vandaag over mezelf geleerd heb dan is het wel dat ik heel erg mee voel met mensen. Ik laat me mee slepen door mijn gevoel. En vertrouw op mijn instinct. Ik overdenk mijn dag. En besluit dat ik het geluk heb gehad dat ik de juiste mensen ben tegen gekomen.
De tv geeft een zacht gepiep die ergens wel wat stoort. Op het nieuws is niks over mezelf te vinden. Ik probeer weer een herinnering op te roepen door naar al die verschillende beelden te kijken. maar geef die pogingen op. wetende dat ze vanzelf onaangekondigd wel weer komen. Nu schiet me weer te binnen dat ik ook een herinnering kreeg toen ik in de auto van Mieke stapte.
Ik pakte het boekje dat Isa voor me had achter gelaten en schreef naast mijn andere herinnering de herinnering van het lieve kind op. ik doe mijn best het kind zo gedetailleerd mogelijk te beschrijven zodat ik het mooie beeld niet weer zou verliezen. De gedachte alleen al maakt dat ik met gedachtes vol liefde er aan terug denk. Zou het mijn kind zijn? De vraag is een schok. Niet alleen omdat er dan nu een klein lief jochie moet overleven zonder moeder maar ook het feit dat ik moeder ben.
De volgende dag word ik wakker gemaakt door Isa. Ik ben met het boek in mijn handen in slaap gevallen. ‘goedemorgen’ begint Isa vrolijk. Als ik weer een beetje helder uit mijn ogen kijk stelt ze de volgende vraag. ‘weet je nog wie ik ben?’ ‘zuster Isabelle’ antwoord ik. ‘en waar ben je nu?’ ‘in een ziekenhuis?’ ‘welke dag is het vandaag?’ nu moet ik even denken. Ik haal een hand slaperig over mijn gezicht. ‘donderdag’ antwoord ik dan. Isa knikt goedkeurend. ‘zoals het nu lijkt heb je enkel eenmalig geheugen verlies.’ Mijn zij jeukt. En als ik wil krabben voel ik dat mijn huid daar hard is. Ik gooi de dekens van me af en kijk naar mijn zij. Er st een grote korst op. dokter Rees had gelijk. Het is een mooie wond.
‘het jeukt omdat het aan het helen is.’ Zegt Isa vlug. Ze helpt me uit bed. Maar als de slaap helemaal weg is ben ik sterk genoeg om mezelf te wassen en wat schoon aan te trekken. Het ziekenhuis verzorgt me van schoon ondergoed. Mijn oude kleding is aan de politie gegeven voor onderzoek. Mijn ondergoed word gewassen.
Als ik helemaal klaar ben met me opfrissen komt dokter Rees binnen gelopen met een aantal uitslagen. ‘je wond is afkomstig van de rivier waar je in dreef.’ Begint hij. ‘er is geen beschadiging in je brein. Dus dit behoord niet permanent te zijn. Het kan zijn dat je in de rivier gevallen bent en je hoofd gestoten hebt. Maar we kunnen geen wond niks aan je hoofd vinden. Een andere verklaring is trauma.’ zijn grauwe ogen kijken me ernstig en doordringend aan. ‘dit is echter een iets moeilijker probleem, en dan kunnen we niet zomaar je geheugen terug vragen. Dan is het een beschermingsmechanisme.’ Ik neem een diepe teug lucht en blaas het langzaam weer uit. En vraag dan in alle rust ‘wat denkt u? wat is volgens u de oorzaak?’ Isa legt een hand op mijn schouder. En kijkt naar mijn bed. Eigenlijk weet ik het antwoord al. ‘trauma’ zegt Dokter Rees als getraind arts kan hij slecht nieuws brengen. ‘over je identiteit, je staat niet geregistreerd bij de politie, geen strafblad dus aan je vinger afdrukken kunnen we je identiteit niet achter halen.’
Nog meer slecht nieuws. Ik durf het bijna niet te vragen. ‘en nu?’ dokter Rees negeert mijn vraag ‘dan is e nog iets dat onze aandacht trekt.’ Ik haal vragend een wenkbrauw op. wat een aanmoedigend commentaar van Isa op levert. Laat zien dat ik me goed bewust ben van mijn eigen lichaam. ‘je slaap wandelt in je slaap.’ Het klinkt bijna belachelijk in mijn situatie een feit dat er niet toe doet. Maar de ernst op het gezicht van dokter rees vereist een serieuze reactie. Dokter Rees wenkt ons en we volgen hem naar de beveiligingskamer. Met de video beelden.
In de film ga ik eerst rechtop zitten. Ik zit met mijn knieën op getrokken heen en weer te wiegen. Door het donker lijkt mijn ogen leeg en afwezig. Mijn warrige haar maakt het beeld nog enger. Vol afschuw kijk naar de tijd die voor bij vliegt als er word door gespoeld. 3 uur. Drie uur lang heb ik zitten wiegen. Dan laat ik zo nu en dan een grijs horen. Ik klink als een beest. Een beest in zware marteling. Ik kruip heel beestachtig van het bed en ga onder het bed liggen waar er zo nu en dan een hand onder vandaan naar de grond slaat en zich dan weer terug trekt onder het bed uit beeld van de camera. Als ik eronder vandaan kom na een half uur zie je als eerste de glinstering van mijn ogen. Ik lijk wel een spook. De beelden maken me bang. Ik ga staan en lijk weer een normaal mens. Ik draai mijn linker arm en doe of ik iets op mijn arm lees. Ik fluister iets. En begin steeds harder te fluisteren ‘Eli, Eli, Eli.’ Ik streel mijn arm en vraag. ‘Eli, waar ben je’ dan begint te zoek tocht. Ik kijk onder het bed, achter de kast, in de wc, bij de douche, onder de stoel, naast de tafel. Elke plek die ik kan vinden en bij elke plek vraag ik naar Eli. Het fenomeen is zo zielig. Een traan rolt over mijn wang. Alsof ik naar een drama film kijk. Ook Isa is geëmotioneerd door het beeld. Als laatste hoor ik een klaaglijk gejammer. ‘Eli!’ dan veranderd de persoon op het beeld ineens. Ik begin te lachen. Raar en eng. ‘haat je’ zegt een schorre stem. En dan begin ik mezelf te wurgen. Als ik bijna flauwval en op mijn knieën val sleep ik mezelf weer in mijn bed en slaap verder.
Ik ben compleet verbijsterd. Dat ik dat ben. het is niet te beseffen. ‘wat, wat houdt dit in?’ stotter ik. ‘dat er iets mentaal niet in orde is’ concludeert dokter Rees meteen. ‘het laat zien dat mijn conclusie goed is.’ Ik sla mijn handen voor mijn gezicht. Ik ben gek? Ik ben gek! Ik schud met mijn hoofd. ‘en nu?’ vraagt Isa. Ze zal naar een inrichting moeten, en behandeld moeten worden door een psycholoog. Wij kunnen na de overige testen niet veel meer voor haar betekenen. ‘ ik zie de oprechte verdriet in Isas ogen. Ik zie in haar dat ze me wil helpen.
‘ik wil jou goed keuring voor een inrichting tot revalidatie.’ Hij is wel recht door zee. Maar ik weet ook ze kunnen me pas helpen als ze er achter komen wat die traumatische ervaring was. ‘je hebt mijn goedkeuring. Ik zie geen andere oplossing dan psychische zorg.’ Dokter Rees knikt kort maar krachtig en loopt de kamer uit. Isa brengt me naar de openbare ruimte. En we gaan samen wat thee drinken. Zo overleggen we wat we net gezien hebben. En hoe verder met mij.
Midden in het gesprek valt Isa me in de rede. Als een puber reageert ze op gewekt. ‘Ik weet de perfecte persoon die jou kan helpen.’ Voor ik ook maar een reactie kan plaatsen pakt ze haar mobiel en begint te bellen. Ze loopt een stukje verderop voor wat meer rust en belt zo’n 7 minuten. ‘Eline, is een oude vriendin van me en een geweldige psycholoog. Gespecialiseerd in slaap wandelen.’ Ik kan niet anders dan glimlachen. En bedenk me, kon de vorige mij ook zo makkelijk vriendschappen maken of heb ik nu gewoon geluk de juiste personen tegen te komen.
Als ik terug in mijn kamer ben en uit een boek lees dat ik gekregen heb van Isa komt dokter Rees me weer een bezoekje brengen. ‘ik moet je helaas teleurstellen. Er is op het moment nergens plek vrij. In ieder geval geen gekeurde inrichtingen. En ik durf met jou geen risico te nemen.’ Au dat doet pijn. Ben ik zo gestoord? ‘ligt niet aan jou gedrag maar ik gun je gewoon het beste’ als of hij mijn gedachte kan lezen. ‘Isa had ook een oplossing bedacht.’ begin ik voorzichtig. Nu was het dokter Rees die verrast kijkt. Voor de verandering wel grappig. ‘ze kent een goede psychologe, gespecialiseerd in slaap wandelen. En heeft al een proef gesprek geregeld vandaag. Om 3 uur. En als dat klinkt, ik heb drie gesprekken te gaan dan kan ik bij haar door.’
Of het door mijn hoop volle blik kwam ik weet het niet. Maar heel even leek het of de grauwe ogen van Rees oplichtte. ‘je kan hier niet wonen.’ Altijd recht door zee. ‘en je hebt geen geld, geen identiteit dus waar wil je verblijven?’ heel even gun ik mijn gedachten hun eigen gang te gaan. ‘wat had u willen doen met me nu er geen plek voor me is.’ Hier en daar zie ik een blosje bij dokter Rees op komen. Hij is slim genoeg, hij heeft al een back up bedacht. ‘scherp op gemerkt.’ Zijn bekentenis doet me goed. Bewijs dat ik niet volledig gestoord ben. ‘ik wil toch die vriendin van je om een gunst vragen en je anders bij een soort pleeg gezin plaatsen.’ Bijtend op zijn lip denkt hij verder na. ‘oh en dat brengt mij bij het volgende. Ik wil een IQ test met je doen’
En zo zei het, de komende paar uur blokken alsof schooltijd nog lang niet voorbij is. Na 2 uur eindelijk klaar met de test. Ik ga er dit keer zelf op uit. Wat rond lopen in de tuin van het ziekenhuis. Ik hoop dat de frisse lucht me goed doet en misschien nog een herinnering los maakt. Nu ik er aan denk moet ik niet vergeten Isa te vertellen over de herinnering over de jongen. Misschien is dat wel Eli. De gedachte doet me goed. En tegelijkertijd word ik er bang van, maar dat komt meer door de beelden van vanochtend.
Ik ga op het grasveld liggen en kijk naar de wolken. Ze zijn rust gevend en kalm. Met mijn handen bedek ik mijn ogen om de felle zon wat tegen te houden. Het is niet extreem warm maar gewoon lekker. Het zal wel lente zijn. Hoe de bloemen langzaam op komen en nog niet elke boom goed gevuld is.
Mama! Kleine handjes met kleine nageltje grijpen angstig omhoog naar mij. ‘niet bang zijn Eli. Mama is bij je’ ik til de kleine jongen op en kus hem zachtjes. Ik voel een arm om mijn middel. Een grote sterke arm. En ik weet dat het vertrouwd is. ‘we moeten nu gaan’ de arm laat los en loopt voor me uit de schaduw in. Met Eli op mijn arm volg ik hem. hij begin te rennen. En ik ren achter hem aan. Ik hoor stemmen achter me. En mijn hart gaat als een razende te keer. Ik ben bang. Ik vrees voor een leven. Niet mijn leven maar dat van mijn zoon. ‘we krijgen je wel te pakken’ hoor ik vlak achter me.
‘Wakker worden’ de schaduw die mijn zon blokkeert maakt dat ik schrik. Ik schiet overeind en sla wild om me heen. Isa valt achter over. Ik heb haar in het gezicht geraakt. ‘sorry’ zeg ik geschrokken als ik besef dat het Isa is. Ze wrijft over haar zere wang maar komt dan of er niks gebeurt is naast me op het gras zitten. ‘waar droomde je over.’ ‘ik droomde niet. Het was een herinnering.’ Isa klaart meteen op bij het woord herinnering. Ik vertel haar alles. En ook over de jongen in de auto. ‘je hebt een zoon’ ze is zo verbaast dat ze even niet weet wat verder te zeggen. Dan zegt ze. ‘het idee is verschrikkelijk.. hoe zou Ariana kunnen vergeten.’ Ik neem aan dat Ariana haar twee jarige dochter is. ‘dat ik vergeet hoe ik elke ochtend haar haartjes in twee kleine kontjes doe met ieder een glimmend clipje vast zet. En hoe ze met haar grote puppy ogen om een snoepje smeekt. Ze heeft de ogen van haar vader.’ Nu ze weer over haar dochter verteld klaart Isa helemaal op. en ze sleurt mij mee in haar enthousiasme. Ik ben spontaan verliefd op het kleine meisje genaamd Ariana.
Als het 3 uur is ga ik naar de spreek kamer die Isa voor mij en mijn psychiater geregeld heeft. Ik weet echt niet wat ik zonder isa zo moeten. Misschien is dit binnen een maandje wel over. Al moet ik nu niet te hard van stapel lopen.
Ik ben er als eerste. En zet al wat thee voor mezelf. Als de deur open gaat komt er een nette jonge vrouw binnen gestapt. Met haar goud blonde haar in een losse knot gebonden, wat haar weelderige jeugdige uitstraling geven. Haar iets wat schuine blauwe ogen staan oprecht en uitdagend. Alsof ik haar volgende slachtoffer ben. misschien ben ik die ook wel. Haar zwarte strakke rok die tot haar knieën reikt laat zien dat ze een geweldig figuur heeft. Elke vrouw zou er jaloers op worden. Ik zelf geen uitzondering. Haar witte blouse plooit een beetje boven de rok uit. En een net colbertje maakt het helemaal af.
Ze geeft me een hand en stelt zich voor als dokter schaap. En vraagt me beleefd gewoon Eline te noemen. Net Isa denk ik. ‘hoe kan ik je noemen?’ is haar eerste vraag. ik kijk haar vragend aan. Een blik die vraagt, ben je niet helemaal honderd procent. ‘euh, ‘ begin ik ‘u bent op de hoogte van min situatie.’ ‘je, zeg maar je’ ik knik. ‘en ja ik ben op de hoogte. Ik vraag je enkel om een naam’ haar vriendelijke lach is bijna om niet serieus te nemen. De pret staan in haar blauwe ogen.
Eline legt haar pen neer en kikt me nu door dringend aan. ‘ik wil hier mee zeggen, het maakt mij niet uit welke naam je ouders je gegeven hebben toen je enkel nog een zuigeling was. Ik wil de naam weten die jij jezelf nu geeft.’ Nu ik het eindelijk begrijp begin ik na te denken. Ik wil een betekenisvolle naam. Na even piekeren onder het geduldige toezicht van Eline besluit ik vanaf nu verder te gaan onder de naam Destiny.
Destiny..
‘een interessante keuze. Wat je ermee wil zeggen is dat alles vast staat. Alles is zo bedoeld en niks is toeval. Een zwaar dragende naam. Zeker dat je deze naam wilt hebben.’ Haar commentaar brengt me even aan het twijfelen. Maar ik vind dat ik bij mijn eigen beslissing moet blijven en op mijn eigen kennis moet vertrouwen. Als is dat op het moment niet zo heel veel. Met sierlijke letters word mijn naam boven aan lijntjes papier gezet.
‘ik begrijp dat jij nu niet zo heel veel over jezelf kan vertellen. Maar ik hoorde dat jij je soms een klein iets herinnerd. Dat alleen al wijst op vooruitgang. Kun je me alle herinneringen tot nu toe tot in detail vertellen?’ zo zei het. Op Isas advies heb ik mijn boekje mee genomen en las het voor ook beschreef ik wat er op de momenten gebeurde. Eline knikt enkel en schrijft gestaagd alles op. ‘dan wil ik toch vragen, wat weet je verder over Eli?’ ik vertel haar dat ik vermoed dat hij dus mijn zoon is. Dat ik daar bijna zeker van ben. en ik vermoed dat ik hem op een of andere manier kwijt ben geraakt.
Na ander half uur breid Eline er een einde aan. Ze zegt dat ze morgen als we elkaar weer zien video camera’s voor me mee neemt. Voor als ik het ziekenhuis verlaat. Ik moet mezelf blijven filmen zodat ik precies weet wat ik doe. Eigenlijk wil ik het helemaal niet weten. Als ik terug denk aan de film van vanochtend word ik er alleen maar bang van. Dit zeg ik niet tegen Eline. Buiten wacht Isa me op met een hoopvolle blik die aan ons beide tegelijk, En? Vraagt. Ik kan er wel om lachen. Maar ik moet het isa na geven Eline is aardig. Wie weet kan ze me echt helpen.
Dokter Rees komt naar me toe vergezeld door drie anderen. Twee herken ik. Mieke loopt vlak achter hem. en achter Mieke loopt een getinte kerel met Julia op de arm. Ik vermoed dat hij haar vader is. ‘je zou morgen toch pas komen?’ Mieke glimlacht lief ‘fijn dat je me nog herinnerd’ ik kan een glimlach niet onderdrukken. Een trots gevoel overspoelt me. Julia legt haar hoofdje in de nek van haar vader en zuigt op haar duim terwijl ze de situatie gade slaat. ‘mevrouw Rijnbeek hier,’ begint dokter Rees met een gebaar naar Mieke. ‘wil u graag helpen met revalideren en bied voor u dus een plek om te verblijven aan.’ Mijn geluk kan niet op. zonder er verder bij na te denken spring ik in haar armen en prevel ik een dankje tussen de tranen door.
Als ik me los maak wijst Mieke naar de man achter haar, ‘dit is mijn man, Djakim.’ Ik schud hem de hand. ‘Destiny’ stel ik mezelf voor. Isa en mieke haar mond vallen open. ‘je weet het weer?’ vragen ze in koor. Ik moet lachen. ‘nee, ik heb de naam zelf bedacht. Een opdracht van dokter Schaap.’ Eline knikt goedkeurend. En ik weet dat ik goede handen ben tot ik sterk en wijs genoeg ben weer op eigen benen te staan.
Toch rest mij de vraag, wie ben ik, wie is Eli. En als Eli mijn zoon is, wie is dan mijn man?
datum 08-09-13 18:12
reactie 1
DJolien
avatar Berichten: 772
Wow wat een lang verhaal. En het is lang geleden dat je wat hebt ingestuurt. Het is jammer dat je bij je vriendinnen uit de HAVO weg moest. Maar als je het niveau niet aan kan. Dan moet je iets anders verzinnen. En een echte vriendin die houdt wel contact. Veel succes op het MBO niveau 4. Liefs Jolien
datum 08-09-13 22:12
reactie 2
Patros-Fibros
avatar Berichten: 4572
Hoe kan het dat als jij iets opstuurt, het altijd geweldig is geschreven??
Echt mooi geschreven en succes op het MBO
datum 10-09-13 15:22
reactie 3
Jolie-Denise
avatar Berichten: 105
Ik heb het niet gelezen want het is nogal lang weet je misschien moet je het echt in 2 delen plaatsen
datum 10-09-13 16:49
reactie 4
Patros-Fibros
avatar Berichten: 4572
Tis lang, maar echt de moeite waard
datum 10-09-13 19:09
reactie 5
Verwijderde gebruiker
avatar Berichten: 1657
Inderdaad het is lang! Maar wel mooi!
datum 12-09-13 22:32
reactie 6
sharingan
avatar Berichten: 45
als ik het in twee delen plaats lees je even veel als in een deel dus dat maakt niet uit, en het is zo geschreven dat er geen pauze in zit. dus het valt niet te knippen.

bedankt voor jullie reacties, mbo gaat geweldig op het moment. en ik heb nog contact met eline mieke en isabelle

patros-fibros, leuke naam maar jou reactie doet me goed dank je wel
datum 12-09-13 22:35
reactie 7
Patros-Fibros
avatar Berichten: 4572
Je hoeft me niet te bedanken hoor, het zal echt mooi staan tussen mijn favorieten
datum 13-09-13 07:06
reactie 8
Verwijderde gebruiker
avatar Berichten: 4562
Vanavond lees ik het, zonder pardon
Maar nu heb ik er (spijtig) geen tijd voor.
Lang leve de lange tekst
datum 13-09-13 15:57
reactie 9
roselien
avatar Berichten: 216
jolie denisee niet iedereen heeft die keurige volgorde van jou!
je moet opletten met wat je zegt
je kwetst er anderen mee
en niet meteen aangebrand reageren anders zoek je maar een andere site op
datum 14-09-13 11:24
reactie 10
marill
avatar Berichten: 1058
nee, dit verhaal kan niet in twee delen, ik las het in een adem uit, nou ja één adem is natuurlijk overdreven, dan lag ik voor pampus
Komt er een vervolg? Want weet je, ik snak naar meer.
datum 14-09-13 11:43
reactie 11
Patros-Fibros
avatar Berichten: 4572
Of je moet belachelijk snel lezen als je het in 1 adem uitleest, of je hebt een fucking lange adem
datum 14-09-13 14:06
reactie 12
Verwijderde gebruiker
avatar Berichten: 4562
Wow, dit verhaal is geweldig. Ik zit gewoon te hunkeren naar een vervolg (?)
Ik heb er misschien een kwartier over gedaan, maar het is meer dan de moeite waard !!
datum 10-12-13 19:37
reactie 13
sharingan
avatar Berichten: 45
geen vervolg, dat haalt voor mij de waarde van het verhaal weg. het was een cadeautje en geen serieus boekwerk, sorry.
datum 10-12-13 20:36
reactie 14
Patros-Fibros
avatar Berichten: 4572
Jammer
datum 11-12-13 10:39
reactie 15
Valab
avatar Berichten: 210
heel erg mooi geschreven!!!!
Naar boven

Reageren op: een nieuw begin

Reageren is alleen mogelijk als u ingelogd bent, klik hier om in te loggen. Heeft u nog geen account? Klik dan hier om u te registreren.