1001 Gedichten

Alfred Schaffer maakte in 2000 zijn debuut met de bundel ‘Zijn opkomst in de voorstad’. Al in 2004 maakte hij zijn vierde bundel, waardoor het aantal gedichten van zijn hand inmiddels al erg groot is. Alfred Schaffer werkt onder andere graag samen met Antjie Krog, een schrijfster uit Zuid-Afrika. Hij is gepromoveerd aan de universiteit van Kaapstad en is daar nog een tijdje als Fellow aan verbonden geweest. Hij woont afwisselend in Nederland en in Zuid-Afrika, terwijl hij zelf een zoon is van een vader uit Limburg en een moeder uit Aruba.

Jezelf herhalen is verschrikkelijk

Het is volgens Alfred Schaffer verschrikkelijk om jezelf te herhalen, waardoor het van belang is om dat te allen tijde te voorkomen. Hij bewaart geen oude gedichten en zorgt ervoor dat hij in de bundels gewone mensen en dieren aan bod laat komen. Een schaap, een man of een collega, hij probeert het zo eenvoudig mogelijk te houden en daarmee herhaling te voorkomen. Het unieke in de gedichten van Alfred Schaffer is dat de personages relatief gebruikelijke handelingen doen, maar ze dat doen in een wereld die ze helemaal niet kennen en daarmee nieuw voor ze is.

Allerlei onderwerpen

Bovendien schrijft Alfred Schaffer over een groot aantal verschillende onderwerpen. Hij werkt onder andere aan tennis en voetbal, maar aan de andere kant ook over pistolen die ineens in iemands hand zitten, of aan de andere kant over het uitstrekte van de woestijnen en rivieren. Wat dat betreft schieten de onderwerpen eigenlijk alle kanten op en zorgt Alfred Schaffer er daarmee voor dat er geen sprake is van een duidelijke lijn. In plaats daarvan is het steeds de verrassing voor de lezer, die inmiddels door een behoorlijk publiek gewaardeerd wordt.