De opklaring

Uit 'Het geriatrisch testament'

De wind droeg al die natte dagen
de wolken over het land omhoog
de regen dreinde gestaag omlaag
het sijpelde weg naar de stenen

Laat na die dagen verscheen de zon
lichtte de hemel van onder aan
de regen lag glad in de plassen
het spiegelde daar de avond na

Zo kwam er het einde naderbij
nu juist wij dachten het zou voorbij
klonk het viervoudig uit de hoeken
het sluitende groot engelenkoor.

Guido van Geel