de ballade van zeventig
Ze lagen rustig in hun bed
er klonk geen schot en geen sirene
de dood leek eventjes verdwenen
geen geweld en geen verzet
De nacht was donker, warm en stil
slechts het lichte suizen
langs de brokkelige huizen
van een bries die waaien wil
geen geknal en geen gegil
met Goghgiaans gewemel
zongen sterren aan de hemel
van even rust uit vrije wil
ze had net haar kind in slaap gezongen
was voorzichting opgestaan
en het kaarsje uitgedaan
toen opeens de stenen sprongen
heel even kleurde haar blikveld rood
kon haar kind niet meer bereiken
eer een luttele seconde zou verstrijken
sloeg het puin haar dood
geringschat gefutiliseerd en snel vergeten
zij achter de pilotenn in de lucht
die met een tevreden zucht
mission completed meende te weten
zij waren zeventig in getal
geen zou het daglicht zien
en waar de leider bovendien
hen direct vergeten zal
o Allah, Jaweh, God, o hemelbronnen
als dit in uw heil;ge naam geschiedt
of is't omdat u ons verliet
waarom bent u dan aan ons begonnen.
als straks de kerstlichtjes weer branden
denkt er geen mens meer aan die hel
't was slechts een fout in 't oorlogsspel
en wij ... wij wassen ons de handen
(naarJan Campert)
Reacties op ‘de ballade van zeventig’
-
'Ik draag de verantwoordelijkheid', zei de politicus en hief het glas op de veilige afloop.
guido - 12-11-2019 om 09:34
-
Prachtig , zo vol warmte en respect Dit gedicht komt echt bij je binnen Wat een eerbetoon,.. Dit komt vanuit een heel lief hart, Dankjewel dat ik dit zo lezen mag 'In Memorian'
SylverRoses - 26-01-2020 om 13:49