Meieklokjes
Meieklokjes
Vandaag op één mei
Bied ik je een bosje geluk aan
De lentemorgen sluipt weer binnen
Het opkomende licht warmt
Alles straalt nu van leven
Van over zee tot in de dalen
Ze schudden ons wakker
Voor de komende zomer
Zuiverwitte parfumbloemetjes
De lelietjes der dalen
Tingelingen hun zoete lied
Met hun kleine belletjes
In een boeketje voor jou
Symbool van lief geluk
Een ode aan Ostara
Een heerlijke zachte charme
Met rijke voorjaarsgeur
Vermengd met Mariatranen
En vreugdevuren ter lande
Betuigen eer aan de prilheid
Van alle ontstane leven
Aan oprechtheid en discretie
Aan de zuiverheid der wereld
Heerlijk verfijnde bloemetjes
In een bloemen tuiltje voor jou
De zoete geur omhelst je
En dan, in de late herfst
Getooid in roestig tapijt
Rijpen rode besjes
De kleur van mijn bloed
In mijn verliefde hart
Ook dan nog warmte heeft
En het volgende voorjaar
Zowat rond één mei
Geuren de witte Meieklokjes weer
Over een mooi wit-groen tapijt
Met schattige bloemetjes
Aan de lillium convallium’s
Lief fluisterzingend
Allemaal voor jou
Die gemeende wensen
Telken jare
Kan ieder gebruiken
Geluk
En wij maar arbeiden
Tvel over been
De piramiden en torens van Babel
Zijn nog niet af
Wij, slaven van onszelf
Clôôde 2020 mei 01
Reacties op ‘Meieklokjes’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!