vorige gedicht
vorige gedicht
Vederlicht als prooi
kale nekken strekken zich
voorbij wat wenselijk is
ze azen op de kruimels
in een blikken zonder
blozen dat niet menselijk is
ze vreten de restanten
uit het marginaal
krijsen schuttingwoorden
maken hels kabaal in
hun uitgekauwde taal
ze verklauwen
vederlicht als prooi
behalve hun excreten
vinden ze niets mooi
zij zijn de enige poëten
Ingezonden door
Geplaatst op
02-03-2010
Geef uw waardering
Op basis van 1 stemmen krijgt dit gedicht 1 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Gieren.jaloers PoëzieReacties op ‘Vederlicht als prooi’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!