vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
stralen maar geen zonnenschijn
Altijd een lach,
Altijd maar stralen,
Zij was de zon,
Zij kende geen verdriet,
Maar nu?
Ze zit daar alleen,
Met tranen in haar ogen,
Ze wilt ze verbergen,
Ze doet of er niks aan de hand is,
En wat er nu echt was,
Ze stelde me de vraag:
Weet jij hoe het is om zonder ouders te leven?
Reacties op ‘stralen maar geen zonnenschijn’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!