't Zaadje dat een roos werd
Even is het stil
De bloementjes bloeien.
Een madelief reikt naar de zon
en een zaadje is geplant.
Het gras is groen en zacht
Warme stralen van de zon schijnen door de bomen
die het duister overmeestert
De bloementjes staan er mooi bij
En de een fluistert zacht
Waarbij de ander lacht
Hand in hand zweeft de liefde in de wolken.
Vertederend kijken ze elkaar aan
En de zon lacht met zijn warme stralen
Het zaadje is ontkiemt en begint te groeien.
Het knijpt eventjes in haar ogen als de zon haar met een fel, warm licht tegemoet komt
Het kijkt om zich heen in de nieuwe vreemde wereld
Een warm, behagelijk gevoel streelt van binnen
Zodra een madelief naar haar lief toelacht.
Nog even..
Het durft zich niet te openen.
Bang dat de madelief bang wordt,
omdat ze niet wit is, houdt zij zich in
Bang dat de madelief niet van haar zal houden,
omdat zij nooit liefde heeft gevoeld
Bang dat de madelief haar zal verlaten,
als zij uitbloeit.
Even was het stil
De storm laait op
Droevig vallen regendruppels naar beneden
Het zaadje wordt angstig
Haastig trekt ze aan de madelief,
maar de madelief prikt zich aan de doorn.
En draait zich weg van het zaadje.
Een roos buigt bedroefd in de wind,
De wind slaat hard in haar rug
De regendruppels zorgen voor slapeloze nachten
De roos trekt aan de madelief
Maar de madelief is te ver om te bereiken
Nog even..
De roos kijkt nog een keer de hemel toe
De roos ontdekt dat de hemel niet meer te zien is
Door de slapeloze nachten,
de eeuwige storm,
en de droevige regendruppels die tegen de grond klettert
Toen brak de roos zijn steel
De madelief draait verschrikt om en beseft wat hij gedaan heeft,
het buigt zich over de gebroken roos.
Streelt voor de laatste keer over het zaadje,
dat door de madelief een roos werd.
Reacties op ‘'t Zaadje dat een roos werd’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!