Hopeloos
Bij wonderlicht kijk ik af naar de sterren.
Dwalend denk ik weer aan jou.
Je mooie glimlach in het verre.
En je weet niet hoeveel ik van je hou.
Je ogen die me bleven aanstaren.
Zo zoet zo lief zo wonderzacht.
Denk ik weer aan het verleden,
Met als dank dat , dat verleden was.
Toch herken ik je niet meer, na al die tijden van verdriet.
In tijden van bedrog, tranen, spijt en waarin je mij alleen liet.
Toch mis ik je gewoon nog elke dag.
En dat prachtige gezicht met die mooie lach.
En toch is dat nu eenmaal fout.
En zal mijn leven gewoon eindigen, zo zwart en koud.
Denk ik weer aan jou, dan weet ik gauw, ik hou van jou.
Maar denk je dat ik je nu echt nog steeds vertrouw..
Reacties op ‘Hopeloos’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!