A Little Apple In A Little Tree

Op een dag, In het midden van de tuin,
Hing een kleine, rode appel,...

Maar de appel voelde zich alleen,
Hij had alleen de boom,
Maar die zei helemaal niks tegen hem,...

De herfst naderde snel,
De blaadjes werden bruin en rood,
En de blaadjes die vielen al snel van de bomen,...

De winter achtervolgde de herfst,
Het sneeuwde hard,
En de bomen hadden het snel koud,...
De appel werd verkouden,
En hij werd ziek,

De lente volgde,
Alle dieren kwamen naar de boom kijken,
Daar lag de appel,
Op de grond,
Zielig en alleen te snikken,

De dieren maakten een bed van bladeren,
De volgende dag hield het gesnik op,...
De appel is nu in de hemel met heel veel oude vrienden,
Die ook aan de boom hingen...