vorige gedicht
volgende gedicht
vorige gedicht
volgende gedicht
Kindertraan
Kleine blauwe ogen
keken starend vooruit.
Je kon er tegen praten,
maar je komt geen stap vooruit.
Hij zat daar maar te wachten.
Op de vader die niet kwam.
Een moeder die geen tijd had.
En een familie die hem niet wou.
Hij werd dan gedumpt,
van hier naar daar.
Bij heel wat gezinnen
die hem aandacht wilden geven.
Maar hij liet ze niet meer binnen.
Bande iedereen uit zijn leven.
En hij was er nog maar zeven!
Reacties op ‘Kindertraan ’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit gedicht, een reactie plaatsen kan hieronder!