De luizen van het Parthenon
Je zult zo een arm luizenkind maar wezen
die een lieveheerbeest plots ziet verschijnen,
zo een schepper van weduwen en wezen.
Hij spaart niemand, niet de grote, niet de kleine.
Ik ben dat rode monster met die stippen
met kaken om het luizenleed te bestrijden,
die stakkers met minder ruimte dan de kippen.
Ik ruim ze luisvriendelijk uit hun lijden.
Wij, de werksters van het landbouwcollectief,
wij melken juichend alle dagen honingdauw
voor het luizenvolk haar geluk en partijgerief
daarvoor zijn wij onze leidster meer dan trouw
Maar aan ons, de luizen wordt niets gevraagd.
Wij zijn onbevlekt ontvangen en altijd maagd.
Guido van Geel
Ingezonden door
Geplaatst op
05-09-2014
Over dit gedicht
'Zij heeft een luizenleven', zei het lieveheersbeestje en maakte het kort.
Geef uw waardering
Op basis van 7 stemmen krijgt dit gedicht 3 van de 5 sterren.Social Media
Tags
Guidovangeel ParthenogeneseReacties op ‘De luizen van het Parthenon’
-
wist niet dat luizen maagdelijk geboren waren, heb weer iets bijgeleerd...en dan zeggen ze soms dat poëzie tot niets leent...huichelaars en liegebrokken zijn het
Rudi Lejaeghere - 06-09-2014 om 13:14